|
Arthur Diemer Kool
Betty Stöve
Brenda Schultz
Christiaan van Lennep
Fenny ten Bosch
Geertruid Blaisse-Terwindt
Gerard Scheurleer
Hans van Swol
Henk Timmer
Jacco Eltingh
Jan Hajer
Jan Siemerink
Karel Beukema
Kea Bouman
Loes Everts
Louk Sanders
Madzy Rollin Couquerque
Manon Bollegraf
Marcella Mesker
Marijke Jansen
Mark Koevermans
Michiel Schapers
Miriam Oremans
Otto Blom
Paul Haarhuis
Richard Krajicek
Rob van Meegeren
Tom Okker
Trudy Groenman
Gerard Scheurleer
Scheurleer behaalde zijn tennistriomfen als dubbelspeler. Drie maal werd hij in die categorie kampioen van Nederland met Arthur Diemer Kool, in 1914, 1915 en 1919. En tweemaal in de mixed, in 1915 en 1919.
Zijn carriere werd abrupt afgebroken door een motorongeluk in 1922 waarbij hij een been verloor. Na die tijd legde hij zich toe op coachen. Zijn belangrijkste pupillen waren Henk Timmer en na de oorlog Rob van Meegeren. Hij schreef in totaal vijf boeken over tennis met titels als Hoofd, Hart, Hand' en 'Doen en Denken', 'Raad en Regels' en 'Lawn Tennis' Hij was zeer beinvloed door de 'professionele' tennisaanpak van wereldkampioen Bill Tilden, die hij tot zijn vrienden rekende.
Daarom was hij fel tegen het verschijnsel, dat de maatschappelijke carriere een goede training in de weg stond. Deze houding maakte dat hij conflicten kreeg met diverse topspelers als Van Lennep en Diemer Kool. Door zijn verdiensten voor de vaderlandse tennissport werd hij erelid van zowel zijn vereniging H.L.T.C. Leimonias als de K.N.L.T.B.
002

|
Bad Homburg

Bad Homburg (1904)
|
003

|
|
|